ISC, of In-Service Conformity, heeft als doel ervoor te zorgen dat voertuigen gedurende hun levensduur blijven voldoen aan de emissienormen die tijdens de typegoedkeuring zijn vastgelegd. Dit richt zich voornamelijk op de controle van de uitstoot van schadelijke stoffen zoals stikstofoxiden (NOx) en koolmonoxide (CO). Daarnaast is ISV, of In-Service Verification, een nieuwe verordening die vanaf begin dit jaar van kracht is. ISV richt zich specifiek op het verifiëren of de CO2-uitstoot van voertuigen in de praktijk overeenkomt met de waarden die door de fabrikant zijn opgegeven bij de typegoedkeuring.
Tevens worden specifieke testen uitgevoerd om te verifiëren of er kunstmatige strategieën aanwezig zijn. Een kunstmatige strategie in ISV is een datagedreven aanpak die slimme technologie gebruikt om te voorspellen welke voertuigen waarschijnlijk niet aan de milieu- of veiligheidsnormen voldoen, zodat controles gericht en efficiënt kunnen worden uitgevoerd. Dit is essentieel voor overheden die subsidies of belastingvoordelen verstrekken op basis van CO2-emissiewaarden, en voor consumenten die willen weten of hun voertuigen werkelijk zo milieuvriendelijk zijn als beloofd.
Dieselschandaal
De invoering van ISC en ISV kan worden gezien als een van de reacties op het dieselschandaal, ook wel bekend als ‘dieselgate’. Dit schandaal toonde aan dat sommige autofabrikanten sjoemelsoftware gebruikten om tijdens tests lagere emissiewaarden te tonen dan in de praktijk het geval was. Hierdoor werd het duidelijk dat er een strengere en meer transparante controle nodig was op de emissies van voertuigen gedurende hun gebruiksfase. De RDW is verantwoordelijk voor de uitvoering van ISC en ISV voor alle voertuigfamilies waarvoor de RDW het emissiecertificaat heeft afgegeven. Dit omvat het uitvoeren van risicoanalyses om te bepalen welke voertuigfamilies moeten worden getest, het vinden van geschikte testexemplaren, én het laten uitvoeren van de daadwerkelijke emissietests. Dit gebeurt in samenwerking met externe partijen zoals TÜV-Nord en TNO. De RDW beoordeelt vervolgens de testresultaten en gaat in gesprek met fabrikanten om eventuele afwijkingen te bespreken en corrigerende maatregelen te laten treffen.
Realistisch beeld
Door de invoering van ISC en ISV wordt de feitelijke uitstoot van voertuigen nauwlettend geverifieerd en gecontroleerd en waar nodig gecorrigeerd. Dit draagt bij aan de vermindering van schadelijke uitstoot en geeft een realistischer beeld van het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot. Hierdoor kunnen overheden en consumenten beter geïnformeerde keuzes maken, wat uiteindelijk leidt tot schonere voertuigen en een duurzamere leefomgeving in Europa.