Deze website gebruikt cookies om jou de best mogelijke ervaring te geven op onze website. We gebruiken alleen noodzakelijke en functionele cookies. Bekijk meer informatie over het gebruik van cookies.
Europa bereidt regelgeving voor die de toelating en het gebruik van lichte elektrische voertuigen regelt. Het duurt nog meerdere jaren voordat dit gerealiseerd is. Vooruitlopend hierop gaat Nederland, vermoedelijk in 2025, het LEV-kader introduceren, dat toelating en gebruik voor Nederland regelt. Vanuit Europa wordt met interesse gekeken naar het Nederlandse LEV-kader. Met het LEV-kader wordt geprobeerd zoveel mogelijk aan te sluiten bij het bestaande kader voor twee- en driewielers. Het LEV-kader regelt onder meer technische eisen die aan LEV’s gesteld worden en het goedkeurings- en toezichtproces. Ook gebruikerseisen, zoals wel of niet de verplichting een rijbewijs te hebben, een helm dragen of het voertuig te verzekeren, worden in het LEV-kader meegenomen.
Wat is het LEV-kader?
LEV staat voor Lichte Elektrische Voertuigen, zoals onder meer elektrische steps, de BSO-bus, en elektrisch aangedreven bakfietsen voor vervoer van personen en lading. Voor de voertuigen binnen dit kader is nu geen Europese typegoedkeuring vereist. Samen met het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werken we als RDW aan een nationaal toelatingskader voor dit type voertuigen. In dit LEV-kader, dat vermoedelijk in 2025 in werking treedt, regelen we de technische eisen, de goedkeuring, de registratie en het toezicht.
RDW wordt goedkeuringsautoriteit
Voordat het LEV-kader een feit is, vinden er twee tussenstappen plaats. De eerste is dat de RDW sinds 1 januari 2024 de onafhankelijke goedkeuringsinstantie is voor bijzondere bromfietsen. Hieronder vallen bijvoorbeeld voertuigen als de BSO-bus, de Segway en bepaalde elektrische steps. Toelating van bijzondere bromfietsen gebeurde tot 1 januari 2024 op aanwijzing van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Met de benoeming van de RDW als onafhankelijke goedkeuringsautoriteit en het inrichten van een nationale typegoedkeuring, wordt sinds 1 januari tegemoetgekomen aan een bredere maatschappelijk wens.
De RDW hanteert als kader de eisen zoals deze in de ‘regeling voertuigen’ zijn opgenomen, welke zijn gebaseerd op de geldende beleidsregels voor bijzondere bromfietsen. Onderdeel hiervan is dat de RDW ook toeziet op het productieproces bij fabrikanten. De RDW verleent sinds 1 januari de typegoedkeuringen voor alle nieuwe bijzondere bromfietsen. Voor de (zeventien) bijzondere bromfietsen die reeds zijn aangewezen bestaat een overgangsperiode van twee jaar: fabrikanten die daarna hun bestaande types willen blijven produceren, moeten een nationale typegoedkeuring aanvragen, anders vervalt na twee jaar de aanwijzing om te produceren.
Kentekenplicht
Een tweede tussenstap is de inwerkingtreding van een registratie- en kentekenplicht voor bijzondere bromfietsen. Dit geldt zowel voor de bijzondere bromfietsen die nu al rondrijden op basis van de aanwijzing door de minister, als voor nieuwe bijzondere bromfietsen die nog op de markt moeten komen met een nationale typegoedkeuring. Naar schatting hebben circa 4.500 voertuigen een aanwijzing. Vanaf het moment dat de registratieplicht wordt ingevoerd begint de conversieperiode van een jaar. Daarin kunnen eigenaren die al een bijzondere bromfiets hebben, hun voertuigregistreren en voorzien van een kenteken. Een belangrijke reden voor de invoering van de registratie- en kentekenplicht, is dat bijzondere bromfietsen (en in de toekomst alle lichte elektrische voertuigen) altijd herleidbaar zijn tot een aansprakelijke eigenaar. Tevens kan dan de verzekeringsdekking van de lichte elektrische voertuigen worden vastgelegd in het register van Wettelijke aansprakelijkheid voor motorvoertuigen (WAM). Daarnaast is met de invoering van kentekening duidelijk voor de omgeving (zoals handhavers en gebruikers) welke voertuigen de weg op mogen en welke niet.